Principe
Volgens art. 203 van het oud Burgerlijk Wetboek zijn ouders gehouden “naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind.” De onderhoudsplicht eindigt dus in principe bij de meerderjarigheid van het kind, op voorwaarde dat de opleiding van het kind voltooid is. Is dit echter niet het geval, dan wordt de onderhoudsverplichting voortgezet tot na de meerderjarigheid en tot de voltooiing van de zogenaamde “passende opleiding”.
Een passende opleiding
Wat is een passende opleiding? Dit begrip is niet eenvoudig te beantwoorden. Men beoordeelt dit begrip doorgaans aan de hand van “subtiele criteria” zoals de vermogenssituatie van de ouders, de beroepsoriëntatie van het kind, het sociaal milieu van de partijen, de eigen middelen van het kind, zijn intellectuele bekwaamheden en zijn inspanningen, de reeds verworven of gewenste diploma’s of de verwachtingen van de ouders voor hun kinderen (Luik 5 september 2013, JLMB 2014, afl. 6, 271).
Zes vuistregels
De onderhoudsverplichting nà meerderjarigheid van zoon- of dochterlief is echter aan bepaalde regels onderworpen, en is niet zo absoluut als de onderhoudsplicht gedurende de minderjarigheid. We kunnen zo’n zestal regels onderscheiden die de onderhoudsplicht van de ouder(s) beperken of bepalen (zie ook P. Senaeve, Compendium van het personen- en familierecht, Acco, Leuven, 2013, 355):
De normale voortgang van de studies
De studies van zoon of dochter moeten een normaal verloop kennen. Een kind kan uiteraard niet eeuwig ten laste blijven van zijn ouders. Men zal dus ook rekening houden met het gedrag van het kind en zijn schooltraject. De student moet blijk geven van bekwaamheid en ijver om zijn aangevatte studies succesvol te beëindigen. Het is niet relevant of de ouder(s) hebben ingestemd met de door het kind gekozen onderwijsrichting. Een jaartje blijven zitten is op zich ook niet voldoende om niet meer onderhoudsplichtig te zijn.
Onderhoudsplicht eindigt in principe bij het verwerven van een einddiploma van het hoger onderwijs, maar….
Recent wordt wel aanvaard dat een bijkomende specialisatiejaar is aangewezen om het kind toe te laten zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Indien deze studie in het verlengde ligt van de reeds gevolgde opleiding en geen volledig nieuwe opleiding is, zal deze bijkomende opleiding ook binnen de onderhoudsplicht van de ouder(s) vallen. Een masternamaster-opleiding (ManaMa), een bachelornabachelor-opleiding (BanaBa) of een doctoraatsopleiding kunnen dus ook tot de onderhoudsverplichting worden gerekend.
De eigen inkomsten van het kind dienen in rekening te worden gebracht.
De rechtbank dient rekening te houden met de eigen inkomsten van het kind.
Prioritaire onderhoudsaanspraak binnen huwelijk.
De ouderlijke onderhoudsplicht is ondergeschikt aan de onderhoudsplicht bestaande tussen echtgenoten. Dus wanneer uw studerend kind trouwt, zal de echtgenoot in de eerste plaats gehouden zijn tot hulp en bijdrage ter bekostiging van de studies. Indien de middelen van echtgenoot ontoereikend blijken, zal de ouderlijke onderhoudsplicht herleven.
Geen verplichting bij te dragen in niet-noodzakelijke meeruitgaven.
Wat met de kosten van plezier en ontspanning? Hiervoor wordt aangenomen dat deze te lasten vallen van de student zelf. Men zal echter bij de beoordeling van noodzakelijke of niet-noodzakelijke kosten rekening houden met de financiële situatie van de ouders.
Gedrag kind
Een kind is een zekere eerbied verschuldigd aan zijn ouders. Een kind kan derhalve zijn recht op onderhoud verliezen bij zeer flagrante miskenningen van de plicht tot eerbied ten aanzien van zijn ouders. In de rechtspraak wordt niettemin wel aanvaard dat een eventueel gebrek aan respect geen uitsluitingsgrond vormt voor het recht op levensonderhoud van het kind en dus geen afbreuk doet aan dat recht.